Leah liep rustig door het bos, toen ze een geur had opgevangen. Het was een jongen die ze nog niet had gezien of geroken. Hij rook om een of andere manier erg aantrekkelijk. En naar drugs. Rustig liep ze zijn kant uit. Ze hoorde hem tegen iemand praten, een vrouw. Waarschijnlijk zijn moeder of zo. Ze bleef tussen de bomen staan en keek naar de jongen. Hij was knap.Leah dacht niet vaak aan dat soort dingen, aangezien ze in haar roedel met een stel idioten zat opgescheept. Naast Embry, Seth en Jacob dan. Ze hoorde de jongen bellen, heel kort en droog. Ze kon niet omdraaien en weglopen. Ze werd naar hem te getrokken. Dit gevoel herkende ze. Uit gedachten. Van Jared, Paul, Quil, Sam. Oh nee he. Ze raakte een beetje in paniek, maar ze wilde niet weglopen. Ze wilde naar de jongen toe. Een lange tijd dacht ze na. Hoe zou ze hem benaderen? 'Hee jij, ik ken je niet maar ik voel me tot je aangetrokken'? Slecht idee. Ze twijfelde verschrikkelijk. Normaal zou ze allang weggelopen zijn, of hem uitgescholden hebben. Leah was niet zo jongens-fan-achtig. Ze keek niet naar ze. Niet op die manier. Alleen Sam. Zo keek ze alleen naar Sam. Ze was vanbinnen nog heel erg boos op Emily. Ook al kon ze er niks aan doen. Ze had niet hierheen moeten komen.
Maar het was bestemd geweest. Alles gebeurt met een reden. Leah hoorde niet bij Sam, dat was het lot. Ze hoorde bij iemand anders. Als ze überhaupt al bij iemand hoorde. Misschien was dat wel de reden dat ze zich zo aangetrokken voelde tot de jongen. Ze besloot op hem af te gaan. Ze liep de bosjes door en keek naar de jongen die nog met zijn rug naar haar toe stond.
'Dat was het kortste en droogste gesprek dat ik ooit gehoord heb.' Zei Leah, van wegen een gebrek van inspiratie voor een openingszin. Ze liep om de jongen heen zodat ze nu voor hem stond. Ze keek expres nog niet in zijn ogen, bang voor het inprenten. Tot nu toe was het goed verlopen. Hij was nog niet boos geworden, was niet gillend weggerend of had Leah aangevallen. Een goed teken. Ze keek hem niet in zijn ogen, ze keek naar zijn wangen, of zijn voorhoofd. Toen kon ze zijn blik niet meer ontwijken. Zijn ogen boorde zich in de haren en het voelde alsof ze aan het zweven was. Ze voelde alle druk van haar schouders. Sam viel weg. Emily was vergeven. Deze onbekende jongen liet de druk niet terug komen, maar zette haar juist stevig op de grond. Ze stond steviger dan ooit. Ze bleef naar de geweldig mooie ogen van de onbekende jongen kijken en schudde toen zacht haar hoofd, om bij zinnen te komen. 'Sorry. Wat onbeleefd van me. Sta ik je zo aan te staren, stel ik me niet eens voor. Leah is mijn naam. Leah Clearwater.' Zei Leah toen aarzelend en sloeg haar ogen neer. Ze was verlegen. Dat was héél zeldzaam. Ze herpakte zichzelf, rechtte haar rug, vouwde haar armen over elkaar. Ze stak haar kin een beetje in de lucht en zakte door een been, terwijl ze de jongen afwachtend aan bleef kijken. Wachtend op antwoord, op zijn naam.